Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En een iegelijk, die [14]deze hoop [15]op Hem heeft, die [16]reinigt zichzelven, gelijk [17]Hij rein is. 14. Namelijk dat hij de heerlijkheid der kinderen Gods zal genieten. 15. Dat is, op Christus, dat Hij Hem deze heerlijkheid in Zijn komst zal toebrengen, als deze voor Hem verdiend hebbende. 16. Dat is, die misbruikt deze hoop niet om daarop te vrijer te zondigen, maar tracht er naar dat hij zijn lichaam en ziel, die beide zo uitnemend verheerlijkt zullen worden, in reinheid en heerlijkheid bezitte; 1 Kor.6:20; 1 Thess.4:4. 17. Namelijk Christus. Zie vs.5. Dat is, het voorbeeld van Christus zichzelf voorstellende als een patroon van reinheid, om het na te volgen, hoewel zulks in dit leven niet volmaakt kan geschieden.